Steelwrist en Rototilt hebben elkaar gevonden in een gezamenlijk initiatief, dat moet uitgroeien tot dé standaard in de markt wat betreft automatische snelwisselsystemen. Beide Zweedse fabrikanten zijn hiertoe een alliantie aangegaan en hopen dat vele andere producenten hun voorbeeld zullen volgen. Begin oktober gaven de CEO’s van de twee merken via een livestream het officiële startsein voor de marktintroductie van de Open-S. Zoals die naam al doet vermoeden betreft het een S-snelwissel, maar dan met een ‘open’ verbinding. Open in die zin dat machinisten bij het wisselen van draaikantelstukken en uitrustingsstukken met een Open-S sluitmechanisme er op kunnen vertrouwen dat deze compatibel zijn met elkaar, ongeacht van welke fabrikant deze zijn. Producten die aan de standaard voldoen zijn immers gemarkeerd met het nieuwe Open-S logo.
“Open standaarden maken het dagelijkse leven zoveel gemakkelijker, of het nu gaat om stekkers in stopcontacten, telefoon- en computerkabels of snelkoppelingen van graafmachines. Open-S bouwt bovendien voort op de onafhankelijke en gevestigde standaard die al bestaat voor snelkoppelingen, de S-standaard”, verklaart Stefan Stockhaus, CEO van Steelwrist AB. Samen met Anders Jonsson, CEO van Rototilt Group, is hij initiatiefnemer van de Open-S. “Wij geloven in gezonde concurrentie, waarbij de spelers binnen de industrie wedijveren om de beste producten te leveren”, vult Jonsson aan. “We willen klanten alleen niet opsluiten in een gesloten interface. Als die een tiltrotator van Rototilt koopt, moet hij er zeker van kunnen zijn dat een ander hydraulisch uitrustingsstuk dat voldoet aan de Open-S standaard er zonder problemen op past.”

De nieuwe open standaard is gebaseerd op drie pijlers: vrijheid voor de eindklant bij de aanschaf van nieuwe uitrusting, betrouwbare veiligheidsoplossingen en continue technologische ontwikkeling. Jonsson: “Omdat we hebben afgesproken hoe we de producten aan elkaar koppelen, zijn klanten vrij om te kiezen uit het assortiment van alle fabrikanten die zich bij de standaard hebben aangesloten. Het is dan meteen duidelijk wat op elkaar past en welke garantieverplichtingen er van toepassing zijn.” Zowel Steelwrist als Rototilt geeft aan dat er steeds meer bedrijven zijn die overgaan naar dit soort oplossingen. De Open-S standaard maakt het voor ondernemers in deze branche eenvoudiger om de eerste stap te zetten naar een volautomatisch snelwisselsysteem. In november rollen de eerste producten met het nieuwe Open-S logo al van de band.
Als het aan beide initiatiefnemers ligt sluiten concurrenten als Engcon en OilQuick zo snel mogelijk aan om idee tot een succes te maken. Open-S is eigendom van en wordt beheerd door een onafhankelijke organisatie, de Open-S Alliance, die op haar beurt wordt geleid door een raad van technici van alle aangesloten bedrijven. Op dit moment zijn dat alleen nog Steelwrist en Rototilt, maar meer leden zijn van harte welkom. “Transparantie is waar het om gaat. Alle serieuze spelers die geloven in het belang van een gemeenschappelijke standaard zijn welkom. We zijn al in gesprek met meerdere fabrikanten die zich bij dit initiatief willen aansluiten”, aldus Stockhaus. De CEO van Steelwrist hield vorig jaar tijdens de Bauma in München al een warm pleidooi voor meer uitwisselbaarheid van uitrustingsstukken.
Met de komst van steeds meer automatische snelwisselsystemen is het er volgens hem beslist niet overzichtelijker op geworden. Dat sterkt hem in de gedachte dat de markt staat de springen om Open-S. Geen gedoe meer met losse adapters, maar één standaard waar alle producenten aan voldoen en waardoor aanbouwdelen van verschillende merken probleemloos op elkaar passen. De manier van aansluiten is immers identiek, ook al kan de techniek daar weer achter per merk verschillen. “Met de introductie van de S-standaard in 2006 leken we hard op weg om zo’n standaard te realiseren, maar fabrikanten geven hier toch hun eigen draai aan, waardoor er een enorme wildgroei is ontstaan. Met de Open-S standaard willen we terug naar de basis en tegelijkertijd iets goeds doen voor de industrie op het punt van veiligheid”, zeggen Stockhaus en Jonsson in koor.